Wat moet je kind kunnen voor het kan leren lezen?

Gepubliceerd op 13 januari 2022 om 09:02

"Ik heb er zo'n bewondering voor, zo snel als je haar hebt leren lezen...een paar maanden terug las ze nog helemaal niks en moet je haar nu eens horen!" Met een stralend gezicht kijkt de moeder van een leerlinge uit mijn groep 3 me aan. Een beetje ongemakkelijk antwoord ik: "Ja, het is altijd weer bijzonder om te zien hoe snel dat gaat".

Het is één van leuke dingen van het werken in groep 3; meegenieten met de trotse ouders en kinderen bij het bereiken van die mijlpaal: "leren lezen!" Maar ergens voelt al die eer altijd een beetje onterecht, want alles wat er in groep 3 nog moet gebeuren om "echt" te leren lezen, is de vaardigheden die de kinderen al eerder geleerd hebben, met elkaar verbinden. En daarna is het een kwestie van heel heel heel veel oefenen. De echte basis voor het leren lezen wordt al ruim voor groep 3 gelegd. Hieronder volgt een opsomming van wat je kind moet kunnen om succesvol te kunnen zijn bij het leren lezen:

 
1. Klanken van elkaar onderscheiden

Je kind moet het verschil kunnen horen tussen de verschillende letters. Best lastig want veel klanken lijken sterk op elkaar. Bijvoorbeeld de "m" en de "n" of de "b" en de "p". Ook de "eu" en de "ui'  en de klank "ij" in woorden als "bijl" en "pijl", zorgen vaak moeilijkheden. Om te leren lezen moet je het verschil tussen die klanken goed kunnen horen en uitspreken.

 

2. Taal los kunnen zien van de betekenis.

In jargon heet dit "fonoloisch bewustzijn". Dit betekent zoveel als dat een kind taal op een abstracte manier moet kunnen benaderen, los van de betekenis van de woorden. Een grappig testje  in dit opzicht is de vraag: Welk woord is langer: "reus" of  "kabouter"?  Jonge kinderen zullen hier "reus" antwoorden omdat zij de betekenis van de woorden nog niet los kunnen laten.

Andere voorbeelden van een zich ontwikkelend fonetisch bewustzijn zijn: het kunnen benoemen van de eerste en laatste letter van een woord, kunnen rijmen, woorden in lettergrepen kunnen verdelen en een goed antwoord kunnen geven op vragen als : "Welk woord hoort er niet bij? Buik, buis of boor?"

 

3. hakken en plakken

De eerste woorden die kinderen leren lezen, lezen zij vaak als geheel. Zij herkennen hun naam of woorden als "mama" en "papa" alsof  het plaatjes zijn. Maar in groep 3 wordt bij het aanvankelijk lezen veel

gebruik gemaakt van een andere strategie, namelijk het "hakken en plakken" zoals de kinderen het noemen.  Woorden worden eerst geanalyseerd in losse klanken, die vervolgens weer aan elkaar geplakt worden tot één woord. Je kind leert dus het woord "maan" lezen door eerst de losse klanken "m" "aa" "n" te benoemen en deze samen te voegen tot het woord "maan". Dit hakken en plakken wordt veel geoefend in de groepen 1 en 2 en is een belangrijke vaardigheid bij het leren lezen.

 

4. Lettergrepen en klankgroepen kunnen herkennen

De eerste woorden die in groep 3 aangeleerd worden zijn de zogenaamde klankzuivere woorden. Je spreekt de woorden uit zoals je ze schrijft. Maar Nederlands is een lastige taal  waarin veel woorden en klanken anders uitgesproken worden dan geschreven. De "ee" in "peer" klinkt heel anders dan de "ee" in "been". Om dit soort woorden goed te kunnen lezen moet je dus kunnen overzien welke letters in een woord bij elkaar horen.

 

 5. Kleine verschillen kunnen waarnemen

In ons alfabetisch schrift lijken de verschillende letters ontzettend veel op elkaar. Om te kunnen leren lezen moet je kind het verschil tussen al die krabbels, streepjes en rondjes die wij letters noemen kunnen zien en herkennen.

 

6. Voldoende ontwikkeld geheugen

Om het woord "neus" te lezen moet je als beginnend lezer eerst de letters "n" "eu" en "s" herkennen. Uit je geheugen moet je ophalen welke klanken bij deze tekens horen. Deze klanken moet je vervolgens vasthouden in je werkgeheugen om ze daarna pas aan elkaar te kunnen plakken tot het woord "neus". Als het herkennen van de letters of het je herinneren van de klank die bij de letters hoort erg lang duurt, kan het gebeuren dat je de eerste klank alweer vergeten bent voordat je de laatste klank ontcijferd hebt. Dan kun je dus weer van voor af aan beginnen! Het is dus van belang dat je werkgeheugen voldoende ontwikkeld is.

 

7. Voldoende concentratie

Een kind moet zich lang genoeg op de taak kunnen richten om al deze stappen te kunnen zetten.

 

8. Kunnen omgaan met regels en routines.

In het Nederlands lezen we van links naar rechts en van boven naar beneden. Dat is voor ons logisch en vanzelfsprekend maar uit eindelijk niet meer dan een afspraak. Je kind moet zich daar aan kunnen en willen houden. Ook moet het om kunnen gaan met de regels en routines die in de klas gehanteerd worden. Het moet zich er bij neer kunnen leggen dat als de juf zegt "we gaan nu allemaal lezen wat er op het bord staat" en dat dan ook doen, ook al zou het misschien liever buitenspelen op dat moment.

 

Nu ik het zo allemaal onder elkaar opgeschreven heb dringt het weer even goed tot me door wat een indrukwekkende prestatie het is, voor kleine mensen van net 6 jaar oud, om te leren lezen. Absoluut iets om ontzettend trots op te zijn!

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.