De meeste kinderen kunnen zich prima concentreren als ze een computerspel spelen, tv kijken, bouwen met de lego of thuis een stripboek lezen. Activiteiten die ze zelf gekozen hebben, op een moment dat zij daar zin hebben, lukken meestal wel. Het is vooral op de momenten dat kinderen niet zelf mogen kiezen wat zij doen, dat het lastiger wordt. En laat dat nou op school een groot deel van de dag het geval zijn.
De reden mag duidelijk zijn. Activiteiten die je zelf kiest zijn een beloning op zichzelf. Je vindt ze leuk, of je werkt voor een doel wat je zelf wilt behalen. Activiteiten die je niet zelf gekozen hebt, vragen discipline. Mensen en kinderen zijn verschillend in hoeveel discipline zij op kunnen brengen om een bepaalde taak uit te voeren. Waar komen die verschillen vandaan?
1. Leeftijd
Hoe goed je je kan concentreren is deels leeftijdsafhankelijk. Kinderen van een jaar of 6, in groep 3, houden het ongeveer 10 minuten vol. Met 10 jaar lukt het al 20 minuten en kinderen van 13 kunnen zich gemiddeld een half uur op een taak concentreren. En ja, iets wat zij zelf leuk vinden om te doen houden ze langer vol, maar bij een taak die echte discipline vraagt is dit de limiet.
2. De taak of opdracht heeft niet het goede niveau.
Een taak maken op het goede niveau is veel plezieriger dan wanneer de taak te moeilijk of te makkelijk is. Te moeilijk kost simpelweg te veel energie en dat houd je dus niet lang vol. Daarnaast is het vervelend om steeds geconfronteerd te worden met wat je (nog) niet kan. Het kost dan meer dispcipline om door te zetten. Als een taak te makkelijk is kun je je gaan vervelen of zelfs geïrriteerd raken doordat je het gevoel krijgt dat je niet serieus genomen wordt en ook het nut niet ziet van de taak.Ook dan kost het veel meer moeite om toch door te zetten.
3. De concentratie is "op".
De hoeveelheid discipline die je op kan brengen kan "op". Als je net een taak hebt gedaan die veel wilskracht kostte dan duurt het weer even voor je het op kan brengen een nieuwe taak te doen die ook discipline kost. Op de site van www.hesterhelpt.nl vond ik dit grappige experiment waarmee je zelf kunt ervaren hoe dat werkt.
Zet op je werk naast je een schaal neer. Op die schaal leg je iets wat je heel lekker vindt. Je mag er alleen geen hap van eten. Je kunt het ruiken, je kunt het zien maar je mag er geen hap van nemen. Als je dit de hele dag volhoudt dan zal je merken dat je aan het eind van de dag veel minder werk af hebt dan normaal. Je had namelijk een deel van je mentale energie nodig om de verleiding van het lekkere eten te weerstaan, daardoor bleef er minder over om je werk te doen.
We zijn allemaal verschillend, de ene persoon heeft behoefte aan veel bewegen, de volgende reageert sterk op de geluiden om zich heen. Als je al een groot deel van je discipline voorraad moet gebruiken om rustig op je stoel te blijven zitten, dan blijft er minder over voor het uitvoeren van je taak. Als je veel moeite hebt met rekenen, maar je hebt goed doorgezet en echt je best gedaan op die moeilijke sommen. Dan is het moeilijk om daarna ook nog discipline op te brengen om je taalles met veel aandacht te maken.
Daarom is het belangrijk om bij een concentratieprobleem op zoek te gaan naar alle dingen die beslag leggen op je kind zijn "discipline voorraad". En te zorgen dat je kind zo min mogelijk van zijn wilskracht hoeft te verspillen aan zaken die niet belangrijk zijn voor het uitvoeren van zijn taak. Dan zal het zeker een stuk beter gaan!
Reactie plaatsen
Reacties